Ontwikkelingspeil

Het ontwikkelingspeil in India is in vergelijking met Nederland laag. In India zijn er veel analfabeten (±55%) en zijn er weinig artsen voor het aantal inwoners, dus India is minder ontwikkeld dan Nederland (+10%).

In India groeit de bevolking sneller dan in rijke landen. Het geboortecijfer is in India veel hoger dan in Nederland, maar wat betreft het sterftecijfer is er minder verschil te zien. In India zijn er veel grote gezinnen, omdat er kinderen nodig zijn om te werken en om voor de ouders te zorgen. Snelle bevolkingsgroei is dus de oorzaak van armoede, omdat men geen geld heeft om aan geboortebeperking te doen. Maar bevolkingsgroei is ook het gevolg van armoede, omdat de inwoners in India willen dat hun kinderen voor hun geld gaan verdienen.

Net als andere ontwikkelingslanden is India agrarisch. De armoede op het platteland wordt vooral veroorzaakt door lage productiviteit van de landbouw. Indiase boeren moeten namelijk de spierkracht van de mens en dier gebruiken; ze gebruiken geen machines, terwijl in Nederland in de landbouw hoofdzakelijk met machines gewerkt wordt. Ook zijn de Indiase boeren zelfverzorgend en niet commercieel, zoals de boeren in Nederland. Ze halen dus geen winst uit de landbouw.

In India werken er weinig mensen in de industrie. Dit komt omdat er in India geen industrie is, in tegenstelling tot Nederland. Er is in India geen hoge ontwikkeling, waardoor er geen automatisering is.

In India is goed te zien dat de dienstensector niet op de eerste plaats komt, wat in Nederland wel het geval is. Omdat in India veel mensen analfabeet zijn, neemt men genoegen met een eenvoudige baan. Wie geen werk kan vinden vlucht naar de dienstensector. In Nederland is de dienstensector juist de sector, waar de salarissen hoger zijn dan in de andere twee sectoren. Banen in de dienstensector hebben in Nederland ook een opleiding nodig, wat een groot verschil is met India.

In Nederland woont gemiddeld 75% van de bevolking in de stad. In India is dat ongeveer 30%. Het is logisch dat dit percentage in India lager ligt, omdat India een agrarische samenleving is en deze boeren op het platteland leven.

Toch wonen er in India meer mensen in steden dan in Nederland. Dit komt doordat er in ontwikkelingslanden veel meer mensen leven. Het percentage is dus wel lager, maar omdat er meer mensen leven, komt het aantal uiteindelijk veel hoger uit.

In India wordt er weinig gebruik gemaakt van machines. Spierkracht van mens en dier zijn de belangrijkste vormen van energie. Om machines te laten draaien is energie nodig van bijvoorbeeld: benzine, olie en steenkool. Kenmerkend voor arme landen (zoals India) is dat het energieverbruik laag is, doordat zij het gewoonweg niet kunnen betalen. In India is hierdoor ook weinig industrie en is ook het percentage werknemers in de industrie laag. Er is ook een groot verschil in de boerenbedrijven qua het soort werk. In India produceert men zonder machines zijn eigen voedsel. In Nederland produceert men voedsel en brengt het vervolgens naar de markt, om er wat aan te verdienen.

In India is ook een slechte infrastructuur. Dit betekent alle verkeersvoorzieningen die nodig zijn om een modern bedrijf te laten functioneren. Wegen zitten vaak vol gaten, of zijn onverhard, waardoor vervoer per auto bijna onmogelijk is.

Een ander probleem is de stroomvoorziening, want de elektriciteit valt voortdurend uit in ontwikkelingslanden. Ook is het telefoonverkeer erg beperkt en moderne betalingsmiddelen, zoals pinnen en giro zijn er nauwelijks. Een postkantoor is gemiddeld honderd kilometer ver weg, waardoor de posterijen ook moeizaam werken.

In India is er ook een slechte sociale structuur. Hieronder verstaan we de groepen, waaruit de samenleving bestaat en hoe die groepen met elkaar omgaan. In ontwikkelingslanden bestaan er vaak twee groepen: de elite (kleine groep mensen, met veel macht en geld) en de grote massa (de arme mensen). De elite heeft veel economische en politieke macht.

Er is een groot verschil in welzijn en welvaart tussen de elite en de grote massa. De grote massa bestaat vooral uit boeren, die grond nodig hebben, maar die is vooral in bezit van de elite.

In Nederland is er wel een goede sociale structuur. De verschillen tussen rijken en armen zijn minder duidelijk.

In India is er gemiddeld een laag BNP (Bruto nationaal product) per inwoner (€1800 ). Dit is in vergelijking tot het BNP in Nederland, dat €18.000 bedraagt, erg laag.

In India leeft echter ±60% van de bevolking onder de armoedegrens. Dit is dus ruim de meerderheid van de bevolking.

Het lage BNP per inwoner is te verklaren door alle bovengenoemde ontwikkelingskenmerken.


Cultuurverschillen met Nederland

De Nederlanders zijn direct, eerlijk, zakelijk, stipt en geven nauwelijks complimenten. De Indïers zijn vriendelijk, hardwerkend, minder direct dan Nederlanders, ze durven minder goed ‘nee’ te zeggen en zijn minder stipt.